Gaat het Harry?
Aan het accent was duidelijk te horen dat de man uit Amsterdam kwam.
Ik had nooit mee moeten gaan,zei het zielige hoopje mens dat naar de naam Harry luisterde.
Een uitstapje is leuk,maar waarom we met een boot de zee op moesten…….
Misschien dat als je straks iets eet,opperde de Amsterdammer.
Harry werd iets bleker,kwam in de benen en spoedde zich naar de reling.
Een halve minuut later,met een gezicht dat nu wel groen leek strompelde hij terug.
Nu ben ik mijn tanden ook nog kwijt,mijn bovengebit schoot uit mijn mond!
Wat een vreselijke dag en dat allemaal om een dagje met het mannenkoor te gaan zeevissen.

Hoe is het met Harry?…vroeg een donkerbruine stem,die toebehoorde aan een forse man,waaraan je aan de borstkas kon zien dat het waarschijnlijk de bas van het koor was.
Slecht,zei de Amsterdammer,bij het voeren van de visjes is zijn gebit uitgeschoten en dat
ligt nu op de bodem van de zee.
De Bas keek even,glimlachte toen en zei,wacht eens,ik weet een leuk geintje.
Hij pakte zijn hengel,haalde zijn eigen gebit uit zijn mond en bevestigde dit aan het haakje.
Hij hing de hengel over boord en deed net of hij beet had….
Krijg nou wat,riep hij toen hij het snoer binnenhaalde,er hangt waarachtig een gebit aan mijn
haak!
Harry,leek iets meer kleur te krijgen en kwam hoopvol nader.
Een wonder mompelde hij en pakte de tanden van de haak en drukte die in zijn mond.
Na wat heen en weer geschuif,haalde hij het gebit weer uit zijn mond.
Het zijn niet mijn tanden,het gebit is te groot en gooide met een sierlijke boog het gebit de golven weer in,de bas beteuterd kijkend naast zich……….