De man zonder been speelde niet onverdienstelijk gitaar.

Met zijn krukken naast zich, zittend op een sinaasappelkistje waar je je van afvroeg hoe hij het meekreeg, tokkelde hij dat het een lieve lust was.

Zo scharrelde hij er elke week een aangename aanvulling op zijn uitkering bij.

Zijn handicap speelde natuurlijk mee, en aan ieder die het wilde horen vertelde hij hoe het gekomen was.

Soms was het een infectie of een bacterie, andere keren was het het gevolg van een ernstig verkeersongeval, net wat hem op dat moment het eerste inviel.

Hij vertelde echter niemand dat hij voor hij met het gitaarspelen begonnen was, eerst een ander instrument geprobeerd had te bespelen.

Het bespelen van een zingende zaag had hij niet onder de knie kunnen krijgen…..