Hij was een fijne kerel zei de wat somber uitziende man,terwijl hij aan een punt van zijn druilsnor plukte.
Dat was hij zeker,sprak een andere man,een beetje onwennig frunnikend aan zijn stropdas,stond altijd voor iedereen klaar.
We zijn elkaar een beetje uit het oog verloren , zei de snor ,waren vroeger altijd de beste vrienden ,ik zal hem missen!
Heb hem drie maanden terug nog gesproken ,mengde zich een derde man in het gesprek ,zijn bril iets beter op zijn neus zettend ,we zouden nog iets afspreken, het mocht er helaas niet meer van komen…
Een man en een vrouw kwamen er bij staan , de anderen met een handdruk begroetend.
Lang niet gezien, je kunt elkaar beter in de kroeg tegenkomen als hier.
Terwijl hij de opmerking maakte zag hij de afkeurende blik van zijn vrouw,want het was geen gelegenheid voor grappige opmerkingen.
Vroeger, zagen we elkaar regelmatig, op verjaardagen, of als we gingen stappen, we zijn een beetje uit elkaar gegroeid.
Tja zei de vrouw, jij bent getrouwd en hij was de eeuwige vrijgezel, dan kies je voor andere prioriteiten in het leven!
Toch heb ik die tijd gemist zei de man, zijn hoofd schuin omlaag gebogen, of dat hij de blik van zijn vrouw wilde ontlopen,het was een gouden tijd en we hebben veel gelachen.
Ik denk dat ik mijn begrafenis maar houd terwijl ik nog leef, zei de snor,dan zien we elkaar nog eens en dan kunnen mijn vrienden me nog zelf vertellen, wat voor goede kerel ik in hun ogen ben.